De dagen kwamen in een ritme. Ochtendthee op de trap, Nina buitelend door het gras als een opwindspeeltje. S Middags lag ze te luieren in de zon. S Avonds viel ze in slaap met de zachte ademhaling van het katje tegen haar ribben. Tijdens een van die ochtenden veranderde alles.
De lucht was perfect blauw. Het soort dat je deed vergeten dat stormen bestonden. Lisa stond op blote voeten op het terras, een kopje muntthee in haar handpalmen, haar blik dwalend tussen de paardenbloemen en de boomgrens. Nina was even daarvoor naar buiten gevlucht, achter een mot of een blad of een spook aan dat alleen zij kon zien.