Catherine fronste haar wenkbrauwen. “Ik weet het zeker. Dezelfde markeringen, dezelfde grootte. Het was weer precies op mijn veranda.” “Dan is er nog een,” zei de boswachter na een tel. “Kan uit hetzelfde nest komen. We houden een oogje in het zeil en sturen een team naar jouw deel van het hek.” Halverwege de ochtend reed dezelfde groene vrachtwagen haar weg op.
Catherine stond ze op te wachten bij het hek, haar badjas strak aangetrokken, de koffie onaangeroerd op de reling. De oudere boswachter stapte naar buiten, loensend naar de boomgrens. “We hebben nog niets gevonden, maar we zullen de vallen blijven controleren en strenger patrouilleren. Als het daarbuiten is, zullen we het snel vinden.” De jongste voegde eraan toe: “Probeer in de tussentijd geen voedsel of water buiten te laten staan.”