“Nog niet,” antwoordde de hoofdwachter. “Maar het terrein was ontruimd. Wie er ook was, hij rende weg zodra we in de buurt kwamen.” Zijn blik verschoof naar haar, standvastig maar niet onaardig. “U heeft geluk gehad, mevrouw Morrison. Wat u deed was gevaarlijk. Bel ons de volgende keer alsjeblieft voordat je zoiets gaat onderzoeken.”
“Ik dacht dat ik dat deed,” zei ze zachtjes. Hij zuchtte en wreef over zijn nek. “Achteraf, ja. Maar je had nooit in de buurt van die val moeten komen. Dat luipaard had zich tegen je kunnen keren, en die mannen hadden het erger kunnen doen.” Catherine zei niets. Haar handen trilden lichtjes terwijl ze haar armen over elkaar sloeg.