Een vage glimlach verscheen over Edwins lippen. “Dan bewijzen we misschien hun ongelijk.” De meeuwen riepen weer, luider deze keer. De wind stak op en liet de randen van Elias’ jas wapperen. Hij keek uit over het water, de horizon vlak en zilver.
Uiteindelijk zei hij: “Goed. Maar we doen dit op mijn manier. Geen kansen. Geen heldendaden.” Edwin knikte. “Ik zou het niet anders willen.” Ze maakten de touwen in stilte los. De oude trawler kreunde toen hij van de kade afdreef, het geluid weerklonk tegen de kliffen.