De oude man knikte zwakjes. “Drie… misschien vier dagen. Ik heb deze zak bij toeval gevonden. Ik heb de weinige lucht die er is ingeademd.” Elias’ hart bonsde. “Je hebt geluk dat je nog leeft.” Hij wierp een blik op de tanks op de grond, twee lege, beide gemarkeerd met dezelfde initialen die vaag in het metaal waren geëtst: E.T.
Instinctief controleerde hij toen zijn eigen meter. De naald zweefde gevaarlijk dicht bij het rood. Die van Edwin was hetzelfde. “We hebben nauwelijks genoeg voor de terugweg,” mompelde Elias. De oude man probeerde overeind te komen. “Laat me,” zei hij. “Je redt het niet als je tijd aan mij verspilt.”