Maar hoe langer haar telefoon stil bleef liggen, hoe dunner die excuses werden. Op dinsdagmiddag was ze in de gang aan het afstoffen toen ze merkte dat er iets niet op zijn plaats was. Een bekende leren tas hing aan de kapstok. Lisa’s tas. Dezelfde die ze overal mee naartoe nam, permanent over haar schouder gedragen. Helen fronste haar wenkbrauwen. Het was haar niet eerder opgevallen.
Een lang moment stond ze daar, onzeker of ze hem moest aanraken. Het voelde verkeerd om in de spullen van haar dochter te snuffelen. Maar het was een week van stilte geweest. Als het haar kon vertellen waar ze waren en of ze in orde waren, was dat reden genoeg, dacht ze. Ze maakte de gesp los en opende hem.