Ik voedde mijn kleinkinderen op terwijl hun ouders werkten – maar op een dag verdwenen ze zonder een woord te zeggen

“Lisa? Ik ben het.” Stilte. Ze belde aan en wachtte. Het holle geluid galmde door het stille huis. Helen leunde dichter naar het raam, loensen door een smalle spleet in het gordijn. De keuken was brandschoon, te brandschoon. Geen afwas in de gootsteen. Geen brooddozen of rugzakken bij het aanrecht. Zelfs de familiefoto’s die gewoonlijk aan de muur hingen, waren verdwenen.

Haar hart zonk. Ze liep langs de zijkant van het huis en keek door het raam van de woonkamer. Kartonnen dozen, netjes opgestapeld in de hoek. Haar hand greep naar de tas. Waren ze verhuisd? Zonder een woord te zeggen? Haar telefoon voelde zwaar aan in haar handpalm. Ze belde Lisa en kreeg de voicemail. Toen David, weer voicemail. Het geluid daarvan deed haar maag draaien.