Daniel kneep zijn ogen dicht en volgde de blik van zijn zoon. Voor een vluchtige seconde verstrakte zijn borstkas. Maar toen Noah fluisterde: “Denk je dat King een baby krijgt?” Daniël woelde door zijn haar en moest grinniken. “Nee, kampioen. Mannelijke leeuwen kunnen geen baby’s krijgen. Het is iets anders.” Zijn glimlach bereikte zijn ogen niet.
De knobbel bleef niet lang onopgemerkt. Tegen het einde van de week gonsde het door de rangen van de verzorgers. Noah hoorde flarden van gesprekken terwijl hij en zijn vader bij de reling rondhingen – woorden als “gezwollen”, “groei” en “obstructie” klonken door gedempte stemmen.