Margaret’s ogen glinsterden, maar haar stem bleef kalm, gericht op de leeuw. “Je hebt het goed gedaan, koning. Je hebt het veilig gehouden. Laat ons nu helpen.” Ben had gewacht, gehurkt net uit het zicht. Margaret gaf hem het kleinste knikje.
Met King’s blik op haar gericht, gleed Ben voorzichtig langs de rand van het verblijf, elke stap weloverwogen, de lucht dik van de spanning. Eén verkeerde beweging en alles zou uit elkaar vallen. Toen hij de hoek bereikte, bewoog het kleine wezentje weer en liet een zwak, gebroken geluid horen.