Ondertussen sprintte Ben al door de dienstgang, het bundeltje stevig tegen zijn borst geklemd. Het team van de dierenarts haastte zich naar hem toe, trok handschoenen aan en legde instrumenten klaar onder de felle fluorescerende lampen. Ben legde het kleine lichaam op de tafel en zijn borstkas klopte.
Onder het felle licht was de waarheid onmiskenbaar. Het was een puppy met zwart haar en een dunne huid over scherpe botten, er ontsnapte een zwak gejammer uit zijn gebarsten lippen. Ondervoed. Gewond. Maar toch levend. De dierenarts controleerde onmiddellijk zijn ademhaling, maakte zijn wonden schoon en gaf vocht via een klein lijntje in zijn poot.