Toen hij eindelijk in een onrustige slaap viel, kwamen de visioenen terug. De scherpe geur van rook prikte in zijn neus. As regende uit bloedrode luchten. Hele steden lagen in smeulende ruïnes. En het geschreeuw… de spookachtige echo’s van miljoenen schreeuwenden doorboorden zijn ziel.
Oliver schrok wakker, zijn hart bonkte. Hij kon de beelden niet uit zijn hoofd krijgen. Ook kon hij niet ontsnappen aan de dreigementen van de agent, die hem omsingelden als het oprukkende vuur dat hij voorspelde.