“Warn…mrr…lin…,” raspte hij, medeklinkers door elkaar. De rest loste op in een droog geratel, meer lucht dan taal. Helen fronste en vroeg zich af of hij woorden probeerde te vormen of gewoon zijn keel weer aan het werk wilde zetten. Wat hij ook bedoelde, het glipte weg voordat ze het kon opvangen.
Helen paste de zuurstofleiding aan. “Je bent veilig,” zei ze automatisch, maar zelfs toen de zin haar verliet, voelde hij dun aan. De ogen van de man schoten naar het plafond, ongeconcentreerd maar zoekend. Hij inhaleerde scherp, alsof iemand zich schrap zette voor een klap die niemand anders kon zien.