“Ik ben-” kraakte hij, op zoek naar de rest, maar het stierf op zijn tong. Helen aarzelde, de plaat bood geen naam. Op zijn polsband stond alleen een nummer: Patiënt #4211 – Gevonden bij de Oude Kustweg, 2008. Eronder, een vervaagd briefje verklaarde het trauma. Geen ID gevonden; vermoedelijk slachtoffer van een storm aan de kust.
Hij probeerde zijn hand op te tillen; trillingen gleden door zijn arm. Het waren geen willekeurige spasmen van zwakke spieren, maar iets bijna opzettelijks, alsof hij onzichtbare lijnen in de lucht trok. Zijn ogen gleden naar het raam. “Nog steeds… bewegend,” mompelde hij, de zin instortend voordat hij gevormd was.