Margaret reed langzaam weg, de envelop naast haar op de stoel. Het raadsel van de auto was opgelost en gelukkig was er geen bloed aan te pas gekomen, alleen een man die voor een nieuw leven koos en iets opbouwde dat het waard was om nooit te vergeten. Toen realiseerde ze zich dat ze geen geest bij zich droeg, maar een erfenis die lang begraven was geweest, maar nu weer tot leven was gekomen.
Later, Margaret zat weer in de woonkamer Evelyn’s, de foto uit Canada op de tafel. Ze sprak zachtjes over Davids leven daar – zijn werk, muziek, vriendschappen en vredige heengaan. Door de tranen heen was de glimlach van Evelyn stabiel. Ze fluisterde: “Hij leefde het leven dat hij wilde.” Margaret kneep in haar hand en voelde het gewicht van veertig jaar eindelijk lichter worden.