De eland keek nog even naar hen voordat hij zich omdraaide en in de schaduw verdween. De tocht terug naar het ziekenhuis voelde eindeloos. De sneeuw leek dieper, de wind scherper en elk geluid in het bos maakte Julie nerveus.
Peters ademhaling was moeizaam, het gewicht van het wezen in zijn armen vertraagde zijn pas. “Bijna daar,” zei Julie, meer tegen zichzelf dan tegen Peter. Haar zaklamp zag in de verte de vage contouren van de lichten van het ziekenhuis en ze was opgelucht.