Ze had de televisie uit kunnen zetten, terug kunnen gaan naar haar rustige dag, het moment voorbij kunnen laten gaan. Maar dat deed ze niet – dat kon ze niet. Haar blik bleef gefixeerd op die diepblauwe steen, haar hartslag een wilde drumslag. Wat dit ook betekende, het was niet zomaar een nieuwsbericht meer.
Ze zette de tv uit, maar hield het beeld in haar hoofd. Die ketting was geen onbekende voor haar. Jaren geleden, toen het leven nog rauw en ongevormd was. De herinnering drong zich aan haar op als een vloed die ze niet kon tegenhouden.