Toen ze naar huis liep, had ze het gevoel dat de grond onder haar verschoof. Een oud chirurgisch litteken? Hoe kon dat waar zijn? Jeugdherinneringen rolden door haar hoofd, ziekenhuisbezoeken voor verkoudheid, vaccinaties, de gebruikelijke schaafwonden en koorts. Nooit een operatie of het steriele theater dat hij beschreef. Tenminste, niet dat ze zich kon herinneren.
Die avond confronteerde ze haar ouders er opnieuw mee. “Weet je het zeker? Niets toen ik klein was? Zelfs geen noodgeval?” Ze keken elkaar aan en schudden toen nog vastberadener hun hoofd. “Nee, schat. Absoluut niet. Je zou het je herinneren.” Hun zekerheid klonk hol, als acteurs die lijnen in de verkeerde scène herhalen.