Dagen gingen voorbij en in plaats van te vervagen, werd het litteken scherper. De huid eromheen rimpelde lichtjes, alsof hij genas van een oude wond. Ze ging er met haar vingers langs en huiverde bij het besef dat het niet verdween met het herstel. Het kwam aan de oppervlakte, verklaarde zichzelf met een angstaanjagende helderheid.
Haar man had het eindelijk in de gaten. Op een avond, terwijl ze zich omkleedde, stond hij even stil. “Het is echt anders,” gaf hij schoorvoetend toe. Deze keer was zijn toon niet geruststellend. In plaats daarvan flikkerde er onrust over zijn gezicht. Ze ving het op en voelde zich zowel gerechtvaardigd als onzeker. Zelfs hij kon de aanwezigheid ervan niet langer ontkennen.