Maar toen ze vanavond de trap afliep naar de ondergrondse, had ze er geen idee van dat één enkele beslissing – de metro nemen in plaats van de bus – haar leven voor altijd zou veranderen. Het perron was bijna verlaten, een doffe gloed van de flikkerende lichten wierp schaduwen over de betegelde muren. Clara wreef over haar slapen en probeerde de mist van vermoeidheid weg te trekken.
Toen hoorde ze het: dun, scherp, breekbaar. Een schreeuw. Haar ogen keken zoekend over het perron tot ze een kinderwagen zagen die tegen de verste bank was geduwd. Ze fronste, haar pols versnelde. De schreeuw steeg weer op, onmiskenbaar. Ze liep dichterbij, elke stap langzamer dan de vorige, de angst kroop over haar rug.