“Je hebt geen idee hoe lang we al naar je op zoek zijn. Elk spoor, elke onderzoeker, elk gebed – we zijn nooit gestopt. En nu, eindelijk, hebben we je terug.” Emily’s lippen gingen geluidloos open, haar gezicht werd bleek. Ze draaide zich naar Clara toe, haar ogen overstroomden van verwarring. “Is dit… is dit echt?” Clara’s borstkas deed pijn toen ze knikte, haar stem nauwelijks meer dan een fluistering. “Ja, Emily. Het is echt.”
Emily slikte hard, haar stem trilde. “Hoe…hoe heb je me eigenlijk gevonden?” De vrouw tilde haar betraande gezicht op en haar hand klemde zich om die van Emily. “Door de DNA-test. We hebben ons jaren geleden ingeschreven, in de hoop dat er op een dag een match zou zijn. En toen het eindelijk zover was, leidde het ons hierheen.” Emily’s blik ging naar Clara, de kleur verdween uit haar gezicht.