Tegen de tijd dat de zon onder begon te gaan en lange schaduwen over het park wierp, was James omringd door minstens een dozijn kinderen. Iedereen had zijn eigen verhaal over de heks. Hoewel hij niet helemaal overtuigd was, hadden de verhalen zich diep in zijn hoofd ingegraven. Het schuurtje, ooit gewoon een rariteit aan het eind van de straat, was nu iets veel duisterser – en veel mysterieuzer.
Toen James thuiskwam, gonsde het van de verhalen van de andere kinderen. Hij wilde niet in heksen geloven, maar hoe meer hij erover nadacht, hoe meer twijfels hij kreeg. Zoveel kinderen hadden verhalen – te veel, leek het wel – en bijna iedereen had wel iets vreemds gezien of gehoord in de schuur.