Hij stopte niet voordat hij bij de voordeur was, zijn hoofd ging tekeer. De stukjes begonnen op hun plaats te vallen. De oude vrouw was echt niet zomaar een eigenzinnige buurvrouw. Heksen bestaan niet, dat hield hij zichzelf voor, maar het vreemde haar, de rituele voorwerpen, de vloeken… James was niet meer zo zeker van zijn geloof.
Ondanks dat alles in hem zei dat hij het moest laten rusten, kon James niet ontsnappen aan het gevoel dat de oude vrouw echt een heks was. Hij probeerde met zichzelf te redeneren – heksen bestonden toch niet? Maar elk vreemd ding dat hij had gezien, elk gefluisterd verhaal van de andere kinderen, tastte zijn scepsis aan. Wat als ze gelijk hadden?