De rest van de avond probeerde James zijn nieuwsgierigheid te negeren. Hij hield de gordijnen dicht en keek niet uit het raam, ook al was het schuurtje nog steeds zichtbaar vanuit zijn kamer. Hij wist dat hij zijn angst en fascinatie opzij moest schuiven en zich op andere dingen moest concentreren. Het was tenslotte zomervakantie.
Het weekend brak aan en zoals beloofd stuurde James’ vader een pakket met een nieuwe honkbal en een handschoen als verontschuldiging voor het missen van hun weekendplannen. James glimlachte, dankbaar voor het cadeau, en besloot de middag door te brengen in het park, honkbal spelend met zijn nieuwe vrienden.