James aarzelde en wierp een blik op de groep kinderen om hem heen. Zijn nieuwsgierigheid naar het schuurtje brandde in zijn achterhoofd, dus besloot hij het te vragen. “Hé, hoe zit dat met dat oude schuurtje aan het eind van de straat?” vroeg hij, zijn stem nonchalant maar met oprechte interesse.
Zodra hij het over de schuur had, viel er een plotselinge stilte over de groep. Het gelach van daarnet verdween. De kinderen wisselden ongemakkelijke blikken uit en even sprak niemand. Toen sprak een jongen genaamd Lucas, zijn stem stiller dan eerst.