James was niet opgegroeid met veel bijgeloof. Heksen en tovenaars leken iets uit videospelletjes of fantasieboeken, niet iets dat echt kon zijn. Hij grinnikte en schudde zijn hoofd. “Kom op, jongens. Heksen en tovenaars bestaan alleen in verhalen. Dit is het echte leven,” zei hij in een poging het groeiende onbehagen weg te nemen.
Maar de kinderen lachten niet met hem mee. In plaats daarvan werd hun blik nog serieuzer. De uitdaging in James’ scepsis leek hun vastberadenheid alleen maar aan te wakkeren. Een voor een begonnen ze hun eigen verhalen te vertellen, die elk bijdroegen aan het groeiende gevoel van mysterie rond de schuur.