Met het anker vast en de motor draaiend, draaide John het jacht langzaam. De boot bewoog zachtjes over kleine golfjes en hield de donkere gedaante net in het zicht. Catherine stak haar hand uit en raakte zijn hand op de gashendel aan. Hij kneep er even in.
“We gaan terug zodra we hulp hebben ingeroepen,” zei hij, hoewel een deel van hem niet zeker wist of hij wel terug wilde. Een meeuw krijste boven hen, waardoor Catherine schrok. John gaf wat meer gas.