John keek nog eens door de verrekijker. De huid glinsterde in de zon, onmiskenbaar zwart, met een witte ovaal achter het oog – net als bij een orka. Bij de staart was iets mis. Dikke blauwe netten zaten er strak omheen.
Bij elke beweging sneden de lijnen dieper in het vlees van het dier. John liet de verrekijker zakken. “Het zit vast in een visnet.” Catherine’s hand bedekte haar mond. “Als het water nog lager komt…” “Het gaat het niet halen,” zei John zachtjes.