Met trillende handen stemde Adam in met een gesprek met een therapeut. Hij moest begrijpen hoe hij zichzelf zo volledig had verblind, hoe hij verdriet voor mysterie en stilte voor gevaar had aangezien. Genezing voelde onmogelijk ver weg, maar noodzakelijk.
Hij verontschuldigde zich uiteindelijk bij de agenten, met een brekende stem, dankbaar dat Clara veilig was, maar kapot van de finaliteit ervan. Er was geen mysterie meer, alleen een waarheid die hij weigerde onder ogen te zien tot ze boven hem uittorende.