Hij dacht dat hij alleen was op het ijs, tot er een gigantische ijsbeer verscheen

Hij keek één keer achterom en zag de vage vorm van zijn verwoeste slee ver achter hem. Een steek van verlies schoot door hem heen, het besef dat terugkeren nu niet eenvoudig zou zijn. De wind huilde, de enige getuige van zijn beslissing om de zware voetsporen van de beer te blijven volgen.

Bij elke voetstap op het verraderlijke ijs gonsde Nolans hoofd van de verhalen die hij had gehoord: van ijsberen die tenten openscheurden, van gruwelijke piratenaanvallen, van zwervers die voor altijd verloren gingen onder de sneeuw. Nu zat hij zonder vis, en een angst schoot hem te binnen: zou hij de volgende zijn?