De zware pootstappen van de beer knarsten tegen de bevroren grond, elke klap herinnerde hem aan zijn enorme kracht. Nolan voelde zijn hartslag pieken telkens als het beest even pauzeerde en omkeek alsof hij wilde kijken of er nog meer voedsel was. Elke blik zond een piek van paniek in zijn buik.
Hij probeerde zichzelf te kalmeren en herinnerde zich dat de beer vis had genomen in plaats van recht op zijn keel af te gaan. Maar nu hij geen rantsoenen meer had, kon hij het niet helpen zich voor te stellen hoe de kaken van het beest zich om zijn vlees zouden sluiten. Angst hield hem vast als een schaduw.