Hij hurkte laag, de wind voerde gedempte stemmen naar zijn oren. Hij herkende het gekraak van geweren, het gerinkel van metalen vallen. Dit was geen vriendelijke bijeenkomst. Zijn keel vernauwde zich. De beer rukte op en liet een lage grom horen die zijn gevoel van angst weerspiegelde.
Donkere canvas tenten lagen als onheilspellende schaduwen in de sneeuw, elk verlicht door een enkele lantaarn die dansende vormen over het ijs wierp. Houten kratten en metalen vaten vormden losse barricades rond vuurkorven, die sputterden met stervende sintels. Bij elke windvlaag schoten er vonken over die de duisternis tijdelijk oplichtten.