Hij zag de silhouetten van mannen die over een geïmproviseerde tafel gebogen zaten, hun geweren binnen handbereik. Vlakbij lag een hele stapel illegale pelzen, die een stille getuige waren van eerdere moorden. Nolans hartslag bonkte, terwijl hij zich voorstelde welk lot de ijsbeermoeder wachtte als hij vanavond zou falen.
Tussen kratten en de rand van een tent zag hij het gekooide jong. Zijn hart klopte bij het zien van de kleine vorm, rillend tegen de ijzeren tralies. Hij zei tegen zichzelf dat hij geconcentreerd moest blijven, de verlammende angst moest negeren en op zijn instincten moest vertrouwen om ongezien te blijven.