Een van de mannen draaide zich plotseling om en Caleb dook weg. Na een paar seconden stilte durfde hij weer te gluren. Het was veilig. Voorzichtig stapje voor stapje kroop hij naar voren, met stille laarzen op de harde sneeuw. Toen hij eindelijk de kooi bereikte, tilde het kalf zijn kop zwakjes op en liet een zacht gepiep horen.
“Shh,” fluisterde Caleb, terwijl hij ernaast knielde. Hij greep naar het slot en trok. Bevroren. Hij haalde de multitool uit zijn jas en probeerde het slot open te wrikken, zijn vingers verkleumd door de kou. Het slot gaf een zwakke klik. Toen bewoog het kalf.