Hij dacht dat hij alleen op het ijs was, tot er een reusachtige walrus verscheen

Hij stormde naar voren, verstrooide kratten en gooide een voorraadtent omver terwijl hij aanviel. Een man struikelde en viel toen hij aan de kant probeerde te gaan. Hij schreeuwde iets dat Caleb niet kon horen door het lawaai heen. Te midden van de chaos zag Caleb een radio op de tafel liggen, waarvan het signaallampje vaag knipperde.

Hij greep hem en rende weg. De sneeuw schopte op achter zijn laarzen toen hij achter een grote drift net buiten het kamp sprintte. Hij liet zich op zijn knieën vallen en rommelde met de draaiknop om de ruis op te heffen.