Hij dacht dat hij alleen op het ijs was, tot er een reusachtige walrus verscheen

Hij keek om zich heen voor een mogelijke ontsnapping, iets wat hij kon gebruiken om het net vrij te maken of hen af te leiden, maar er was niets. Alleen kratten, vaten, gescheurde tenten en dezelfde twee mannen, die nu ijsberend grijnsden alsof ze de jackpot hadden gewonnen.

“We moeten je bedanken, oude man,” voegde een van hen eraan toe, terwijl hij naar Caleb keek. “Als jij niet binnen was komen wandelen, hadden we hem misschien gemist. Je hebt echt onze dag goed gemaakt.” Caleb antwoordde niet. Dat kon hij niet. Zijn hart ging tekeer, zijn gedachten tolden.