Hij dacht dat hij alleen op het ijs was, tot er een reusachtige walrus verscheen

Hij besefte niet eens dat hij huilde tot de agent naast hem zachtjes zei: “Laten we je uit de kou halen.” De lucht begon lichter te worden tegen de tijd dat de sneeuwscooters wegreden van het terrein. Caleb zat achter een van de agenten, gebundeld in een reservejack, handen nog steeds trillend van de adrenaline en de kou.

Ze spraken niet veel tijdens de terugrit. Er viel niet veel te zeggen. Bij de hut kwam de warmte van de kachel als een golf op hem over. Eén van de agenten overhandigde hem zijn rugzak, wat er nog van over was. Daarin, naast zijn beschadigde notitieblok, zat de radio die hij had gebruikt.