De walrus pauzeerde. Zijn kop kantelde een beetje en zijn ogen waren op hem gericht. Caleb kon de gladde krassen van zijn buik op het ijs horen en de natte klap van zijn flippers terwijl hij zijn gewicht bijstelde. Hij wierp een blik op de boor, die nog steeds draaide. Het gezoem trok hem misschien aan.
Hij stak zijn hand uit en tikte op de aan/uit-schakelaar. Het geluid stierf onmiddellijk. De lucht werd stil. De walrus ademde luid uit en kroop een paar meter naar voren. Zijn blik ging naar de open rugzak naast de uitrusting. Caleb slikte.