Naarmate de seconden verstreken, werd tante Christels ongerustheid voelbaar. Ze ijsbeerde angstig door de woonkamer, haar uitroepen van “Oh nee,” “Oh nee,” en “Oh gosh nee” vulden de lucht. Haar gezicht vertrok van ongeloof en ze mompelde: “Dit kan niet waar zijn.” Er gingen vijf pijnlijke minuten voorbij voordat ze eindelijk het gesprek beëindigde. Jason zat op het puntje van zijn stoel, zijn nieuwsgierigheid knaagde aan hem, maar voordat hij iets kon zeggen mompelde tante Christel, met haar gedachten nog steeds in de war, verward: “Ze hebben Susan binnengebracht voor ondervraging.”
Jason kon de grijns die over zijn gezicht trok niet bedwingen. Een golf van euforie gierde door hem heen. Eindelijk, dacht hij, eindelijk werd er naar hem geluisterd. Het gewicht dat zo lang op zijn schouders had gedrukt, begon op te stijgen en werd vervangen door een gevoel van hoop en rechtvaardiging. Maar hij wist niet dat dit slechts het begin was van wat hem nog te wachten stond.