Met niets anders dan voetafdrukken, flessen en zijn eigen woord, zouden ze hun schouders ophalen, misschien iemand langs sturen voor een beleefd gesprek. Het zou niets veranderen. Niet echt. Dus besloot hij toe te kijken. Die avond zat Arthur bij het keukenraam, het licht uit, een mok thee koel naast hem.
Het zwembad lag in het stille maanlicht, glazig en geduldig. Hij probeerde wakker te blijven, keek elk uur op de klok en luisterde naar het zwakste geluid buiten de muren. Maar de ouderdom trok aan hem en tegen de tijd dat hij zich overgaf aan bed, zei hij tegen zichzelf dat ze misschien klaar waren.