Misschien was de boodschap aangekomen. De volgende ochtend viel zijn maag open. Op de bodem van het zwembad, vaag glinsterend door het troebele water, lag nog een fles. Brutaal, daar achtergelaten als een visitekaartje.
Arthur haalde het net, liet het in het water zakken en haalde de fles eruit, glibberig van het chloor. Zijn handen trilden – deze keer niet van ouderdom, maar van iets dat meer weg had van woede. Arthur aarzelde voordat hij het schuurtje opende.