De puppy hurkte laag, trillend maar uitdagend, terwijl één van hen knielde met een geoefende kalmte. Een stok met een lus zakte langzaam naar zijn lichaam en werd met een zachte klik vastgezet. De pup gilde, kronkelde en schokte heftig, maar de agenten hielden stand en mompelden kalmerend. Na enkele ogenblikken slaagden ze erin om hem veilig in de krat te laten glijden.
Het lawaai rond het platform verzachtte. Mensen klapten halfhartig, opgelucht dat ze eindelijk verder konden. De stationschef haalde diep adem en gaf het teken dat de treinen zich klaar moesten maken. “Goed,” zei hij terwijl hij zijn vlag omhoog stak. “Laten we de lijn vrijmaken.”