De oudere pup slaakte een zacht, gebroken kreuntje en duwde tegen het hoofd van de kleinere, alsof hij hen eraan herinnerde wat er echt toe deed. Ethan ademde trillend uit en keek naar de anderen. “We moeten hem eruit halen. Nu.” De dierenverzorgers renden al, hun uitrusting kletterde aan hun zijde.
De ene sprong naast hem neer, de andere riep naar het perron: “Maak de lijn vrij! Niemand beweegt een trein tot wij klaar zijn!” Ethan knielde naast de bevende hond en hield zijn handen omhoog om te laten zien dat hij geen kwaad in de zin had. “Het is goed,” fluisterde hij. “We gaan je broer helpen.”