De agent naast Ethan werkte snel en wrikte de poot van de kleinere pup los van de rails. De beknelde hond gilde zwakjes, maar werd toen slap, uitgeput. “Oké,” zei de man, “we hebben hem.” Ethan schepte het kleine lichaam voorzichtig in zijn handen, de warmte was er nauwelijks. De eerste puppy blafte een keer alsof hij wilde zeggen: “Waag het niet hem pijn te doen.
Ethan keek naar het bevende hondje. “Jij gaat ook mee,” zei hij zacht. En samen begonnen man en hond aan de wanhopige aanloop naar het busje van de dierenbescherming, een stil station vol vreemden achterlatend die net iets hadden meegemaakt wat ze nooit zouden vergeten.