Niet eens een blik in de richting van de veranda. Clarence voelde toen iets flikkeren, laag in zijn maag. Het was niet echt woede. Nog niet. Maar het zat eraan te komen. De volgende dagen probeerde Clarence met anderen te praten.
Een vrouw met een racefiets reed hem midden in een zin voorbij. Een tiener knikte vaag toen Clarence riep: “Gebruik alsjeblieft de weg”, maar remde niet eens af. Een man, die er uitzag alsof hij hinder ondervond, blafte: “Aan de kant, ouwe,” terwijl hij voorbij raasde.