Hij sloot de oude irrigatieslang aan op een pomp die rechtstreeks uit de vijver kwam en die hij naar de mulchrand voerde waar het meeste sluipverkeer langs kwam. Hij controleerde de kleppen, verving de verrotte stukken en testte het debiet. Het water was koud en een beetje troebel, net genoeg om vlekken te maken op een shirt of om strepen achter te laten op dure spullen.
Aan het uiteinde installeerde hij een bewegingssensor, niets bijzonders, gewoon een hertenschrikmiddel dat hij ooit had gebruikt om wasberen bij de tomaten weg te houden. Bij activering opende de klep vier seconden lang en sproeide een waaier van water onder hoge druk uit sproeiers die zorgvuldig onder de rand van het bloembed waren gemonteerd.