Liam keek woordeloos toe hoe Clara’s angst haar beheerste. Atlas stond volkomen stil, zijn kalme houding stond in schril contrast met Clara’s toenemende hysterie. Het was alsof de hond haar naar iets wroette dat ze wanhopig nodig had, maar te bang was om te accepteren. Ze beefde maar bleef bevroren.
Voor het eerst leek Clara te aarzelen. Ze keek naar de hond, zonder oordeel, als een kalme aanwezigheid in de chaos die ze had opgebouwd. Terwijl Liam haar aankeek, sloot ze haar gapende mond, haar ogen verlieten nooit de amandelvormige bol van Atlas. Haar handen leken op haar borstkas te kloppen alsof ze haar hart tot rust probeerde te brengen.