Maar Liam kon het niet. De kreten aan de overkant van het water waren onmogelijk te negeren – luid, boos, als een belofte van wat komen ging. Het lawaai werd luider – snerpende motoren, stemmen die klonken in een keelklank die over het water klonk. Sproeinevel spoot door de lucht toen de eerste boot dichterbij kwam en op het laatste moment een scherpe bocht maakte.
De romp klapte met een huiveringwekkende plof tegen de zijkant van Aurora’s Wake. Liam gilde en struikelde tegen de reling. Een van zijn koffers gleed over het dek met een misselijkmakend schraapsel voordat Ethan het opving met zijn laars. “Hou je vast!” Riep Ethan. Door de klap werden ze opzij geduwd, waardoor de boeg net genoeg draaide om uit koers te raken.