“Het zeil,” mompelde Ethan, die zich al naar voren haastte. Hij greep de wapperende rand voordat het verder scheurde, maar de schade was niet meer te redden. Ze werkten zij aan zij, zwetend in de zon, en probeerden het op te lappen met doeken en tape. Elke poging mislukte; de scheur werd alleen maar groter.
Uiteindelijk liet Ethan de gescheurde rand vallen met een grimmig hoofdschudden. “Het houdt het niet.” “Dus… wat dan?” Vroeg Liam ademloos. “We kunnen niet zonder varen,” zei Ethan botweg. “Niet tenzij we een reserve hadden.” Zijn toon werd scherper.