Noah stelde de kleppen bij en begon aan de daling. “We moeten het water vlak raken. Neus omhoog. Geen hoek, geen dip, of we maken een radslag en vallen uit elkaar.” Jamie antwoordde niet. Hij hield alleen de zijkanten van zijn stoel vast, zijn kaak op elkaar geklemd.
De oceaan onder hem zag er bedrieglijk kalm uit, maar beide piloten wisten wel beter. Eén verkeerde aanraking – te vroeg, te scherp – en het watervliegtuig kon bij de botsing openscheuren. Metaal zou verkreukelen. Brandstofleidingen zouden knappen. Er zou geen tweede kans zijn.