Een enorme witte haai kwam op een duiker af. Toen gebeurde het ondenkbare

De camera zoomde verder in en Marcus’ polsslag hamerde op wat in beeld kwam – een metalen harpoenbout, wreed vastgezet in de buurt van de vin, de lijn die de haai als een strop vastbond. Zijn borstkas verstrakte. Het roofdier voor hem was niet aan het stalken. Het zat in de val. Gewond. Stilletjes vechtend tegen de kracht die hem dit had aangedaan.

Marcus liet de camera zakken, zijn hart ging nu op een ander ritme tekeer. Angst hield hem nog steeds in zijn greep, maar het was verstrengeld met iets anders – woede en een zware aantrekkingskracht van sympathie. Marcus trapte omhoog, zijn longen strak gespannen, het rif en de stille reus onder hem vervagend. Hij brak de oppervlakte, rukte zijn ademautomaat uit en slurpte lucht naar binnen, terwijl hij zijn masker al tegen zijn voorhoofd trok.